Samen met Vives Roeselare en NIAB uit het Verenigd Koninkrijk onderzochten we de mogelijkheid om tuinbouwreststromen te gebruiken als voeder in insectenkweek. Het onderzoek bevestigt dat meelwormen en zwarte soldatenvliegen tuinbouwresten kunnen omzetten in waardevolle eiwitten, olie en afgeleide producten. Zo dragen we bij aan een circulaire economie.

Insecten kweken op tuinbouwreststromen

De meelworm (Tenebrio molitor) en de zwarte soldatenvlieg (Hermetia illucens) werden geselecteerd op basis van hun economisch potentieel en hun capaciteit om reststromen te verwerken. Drie jaar geleden was er nog weinig (publieke) kennis. Hoe kweek je deze insectensoorten op industriële schaal? Wat zijn hun voedingsbehoeften? Kunnen ze plantenresten verwerken? In het BioBoost-project sloegen Inagro, Vives Roeselare en NIAB de handen in elkaar om antwoorden te vinden. We bouwden elk een infrastructuur voor insectenkweek om onderzoek te voeren.


>> Lees het volledige rapport over insectenkweek op https://www.bioboosteurope.com/nl/publicaties.

Deze tuinbouwreststromen werden onderzocht:
  • tomatenloof
  • komkommerloof
  • preiloof
  • spruitkoolstokken
  • bloemkoolloof
  • geforceerde witloofwortelen
  • witloof (restbladeren na opkuis)


Meelwormen houden van nat en droog voeder

Het voedsel voor meelwormen kan onderverdeeld worden in een droge en een natte voedingsbron. Bij Inagro leven de meelwormen in bakken met tarwezemelen. Ze leven dus in hun droge voeder. Meestal geven we nog wortels, omdat die veel water bevatten.

Onze experimenten tonen aan dat tuinbouwresten als witloof, prei- of bloemkoolloof een prima alternatieve vochtbron zijn. Het is wel belangrijk de reststromen goed te hakselen. Onbewerkte reststromen zullen in de warme kweekcellen sneller uitdrogen dan dat de meelwormen ze kunnen verwerken. De overschot zou in de kweekbak blijven liggen. Om 1 kilogram meelwormen te produceren, heb je zo 2 tot 2,5 kg reststromen nodig (+ 1,6 kg droog voeder).

Grafiek_tuinbouwresten.PNG
Figuur: de opbrengst van insectenkweek met tuinbouwresten als vochtbron, vergeleken met de standaard wortelschijfjes.


Zwarte soldatenvlieglarven verkiezen natte brij als voeder

De samenstelling van die brij bepaalt de groei van de larven. Per kilogram voeder streven we naar:

  • 700 gram water,
  • 50 gram eiwit,
  • 120 gram suikers en/of zetmeel,
  • en 5 gram vet.
  • De overige 125 gram zijn hoofdzakelijk vezels.

In principe voldoet geen enkele onderzochte reststroom aan die vereisten. Daarom moeten ze gecombineerd worden met andere tuinbouwreststromen of met voeders uit de pluimvee- of varkenshouderij. Zo kan je bijvoorbeeld 5 kilogram geforceerde witloofwortelen (+ 1,6 kg andere ingrediënten) verwerken tot 1 kg zwarte soldatenvlieglarven.


Insectenmest

Naast de voedertesten legden we ook de basis voor de verdere valorisatie van insectenmest of frass. We brachten de samenstelling in kaart en analyseerden het stikstof- en fosforgehalte van verschillende frass-stalen.

Naast de voedertesten legden we ook de basis voor de verdere valorisatie van insectenmest of frass. We brachten de samenstelling in kaart en analyseerden het stikstof- en fosforgehalte van verschillende frass-stalen.
 
 
>> Lees het volledige rapport over insectenkweek op https://www.bioboosteurope.com/nl/publicaties.
 
Voor meer informatie over het onderzoek kan je terecht bij Carl Coudron via carl.coudron@inagro.be.
 
 
banner_bioboost.png

 
Gekoppelde thema's & sectoren: Glasgroenten | Groenten Open Lucht | Insectenkweek